donderdag 9 juni 2011

Lateraal denken

Lateraal denken is proberen een probleem op te lossen door het gebruik van niet-traditionele methodes. Op een logische, stapsgewijze manier een probleem oplossen wordt wel verticaal denken genoemd.
Voorbeeld: Stel u heeft een groot huis, met daarom heen een grote tuin met een hek. Nu besluit u een bewakingshond te kopen om uw huis te bewaken. Thuis aangekomen bemerkt u dat dat de hond niet kan blaffen.
Hoe lost u dit probleem op? Als u op de traditionele manier denkt, zult u waarschijnlijk de hond terugbrengen en ruilen voor een die wel kan blaffen. Als u lateraal denkt, komt u zeker op een ander idee. Voorbeeld: u maakt kaartjes met als opdruk: “Let op, stille hond, zeer gevaarlijk” en plakt deze op het hekwerk.

Kenmerken van lateraal versus traditioneel denken:
Lateraal denken
Traditioneel denken
Probeert nieuwe manieren te vinden om tegen dingen aan te kijken
Gaat uit van de bekende denkpatronen
Vermijdt te denken in termen van “goed”of “fout”. Kijkt in termen van: wat is verschillend.
Zoekt naar het “juiste”
Analyseert ideeën om te bepalen hoe deze gebruikt kunnen worden om nieuwe ideeën te genereren
Analyseert ideeën door te kijken waarom ze niet werken
Moedigt onlogisch denken door vrije associatie aan
moedigt een logische, stapsgewijze aanpak aan
Verwelkomt nieuwe, niet- relevante informatie
relevante informatie is het enige dat telt
Boekt vooruitgang door het vermijden van het vanzelfsprekende
beschouwt het vanzelfsprekende

Belangrijkste denker op het gebied van lateraal denken is Edward de Bono. Methoden van lateraal denken die ondermeer door hem zijn bedacht zijn:

  • Omgekeerd denken. Voorbeeld: de vraag: “hoe kunnen we het aantal verkeersovertredingen terugdringen?”. Brainstorm met het idee:”hoe kunnen we zo veel mogelijk verkeersovertredingen krijgen?”. Gebruik vervolgens deze ideeën om het aantal overtredingen terug te dringen.

  • Techniek van de kruis-bestuiving. Vraag experts van andere vakgebieden hoe zij het probleem aan zouden pakken.

  • Analogieën. Voorbeeld. “Als de organisatie een raceauto zou zijn, die wedstrijden moet winnen, wat betekent die voor de race-auto, voor de planning van de wedstrijden, voor de voorbereiding etc.” Vertaal vervolgens deze ideeën terug naar de organisatie en hoe deze de organisatie (meer) winstgevend kunnen maken.

  • Willekeurige woorden simulatie. Prik een woord uit het woordenboek. Leg vervolgens een link tussen het woord en het probleem.
[bron: http://www.groepsdynamiek.nl/lateraal_denken.html]